Het parlementaire stelsel: een gekozen aristocratie?
door Ronald de Vries, 08.11.2024
Ons politiek stelsel werd op het eind van de 18e eeuw ontworpen in de Verenigde Staten en Frankrijk door vertegenwoordigers van een gegoede elite, die zichzelf als een verlichte stand beschouwden en beducht waren voor de macht van het volk. Ze duiden de klassieke Atheense directe democratie, evenals Plato en Aristoteles aan als een ‘ochlocratie’, bestuur door de (onbezonnen) massa:
“Het algemeen belang, de verbetering van de toestand van de maatschappij zelf vraagt om het regeren te maken tot een speciaal beroep. Afgevaardigden waren juist gekozen omdat zij dankzij hun opleiding, verlichte inzichte en vrije tijd beter het algemeen belang konden kennen dan de grote massa die door arbeid in beslag genomen werd.” [Sieyès, Political Writings, 2003]
Dit stelsel werd door de ontwerpers dan ook zeker geen democratie genoemd. Later is dit systeem met gekozen, zogenaamde volksvertegenwoordigers wel model gaan staan voor ‘de’ democratie. Hoewel ik democratie niet als een absoluut begrip opvat: wel of geen democratie, maar als een relatief begrip: meer of minder democratie, vind ik het democratisch gehalte van ons politiek stelsel bedenkelijk laag. We kunnen, in mijn ogen, beter spreken van een gekozen aristocratie of oligarchie. Gewone burgers hebben er nauwelijks invloed op welke elite aan de macht komt. Die kandidaten worden door leden van politieke partijen voorgedragen en zijn weinig representatief voor de burgerij als geheel. Zij zijn academisch opgeleid, ideologisch overwegend neoliberaal en behoren voornamelijk tot de hogere inkomensklasse. De parlementariërs hebben geen bindend mandaat van hun kiezers en zijn eenmaal gekozen niet meer terugroepbaar. Daarvoor moet jarenlang op de volgende verkiezingen gewacht worden.
“De onderdrukten mogen om de paar jaar beslissen welke vertegenwoordigers van de onderdrukkende klasse hen mogen vertegenwoordigen en onderdrukken."
Deze omschrijving van Karl Marx mag dan wat overdreven klinken, toch zit daar nog altijd een kern van waarheid in. Burgers hebben de laatste tijd steeds meer het gevoel dat de meeste gekozen politieke professionals weinig oog hebben voor hun noden en des te meer voor de belangen van het grootkapitaal.
Ook de vertegenwoordigers van de traditionele arbeiderspartijen hebben hun ‘ideologische veren afgeschud‘ en zich verbonden met het neoliberalisme. Gelukkig zien we bij deze partijen de laatste tijd een voorzichtige terugkeer naar socialistische waarden en waardering voor vormen van meer directe democratie. Maar het vertrouwen om invloed in het parlementaire stelsel uit te oefenen is soms wat naief:
"Als de partijleiders over hun schaduw heen stappen en de partijen van centrumlinks hun kleinheid overwinnen, het werk in de Kamer gezamenlijk durven doen en de pen willen doorgeven aan jongere generaties, kan dat een hoopvol en inspirerend programma voor de toekomst opleveren." [Frans Leijnse, 'Beste oppositie, laat Wilders maar razen. Vertel de kiezer een beter verhaal', De Correspondent, 01.10.2024]
Onlangs werd links opgeroepen om de beïnvloedingstaktieken van de rechtspopulisten gewoon over te nemen, inclusief het gebruik van debattrucs, drogredeneringen en het spelen op de man, louter omdat die effectief zouden zijn! [Zie Marthe van Bronkhorst en Savriël Dillingh, Met deze zes ‘rechtse’ tactieken kan links weer leren winnen, DeGroene Amsterdammer, 09.12.2024]
Links zou i.p.v. deze doel-heiligt-de-middelen-tactiek er verstandig aan doen om de radikale oplossing die gelegen is in een, voor ons volledig nieuw concept, moeten ondersteunen. Die bestaat uit een stelsel van, door loting samengestelde, Burgerberaden die een echte doorsnee van de burgerij vormen, een uitvinding van de klassieke Atheense democratie. Hierin beslissen de deelnemers na uitgebreid overleg en onderzoek over wetten.
Reactie plaatsen
Reacties