Kende Athene een scheiding der machten?
Ronald de Vries, 16.12.2024
“Het primaire principe van waaruit democratische besluiten werden genomen in Athene was niet de scheiding der machten, maar controle van het publieke domein door het volk.”
[Josiah Ober, The Athenian Revolution, 1996, p. 119]
De Volksrechtbanken, die ook wetten herzagen en daarmee een politieke rol vervulden, werden niet opgevat als behorend tot een onafhankelijk van de wetgeving functionerend bestuursorgaan - zoals bij ons de trias politica voorschrijft.
Zij waren, evenals de wetgevende organen, evengoed manifestaties van de politieke macht van het Atheense volk, maar dan in een andere hoedanigheid of, eenvoudiger gezegd, in een andere rol.
Ook in de rol van ambtenaar belichaamden de Atheners de macht van het volk om, in dit geval, wetten uit te voeren. De Volksvergadering waakte er echter angstvallig voor, dat zij zich niet op haar terrein waagde en zich met beleidszaken bemoeide. (Na hun ambtstermijn werd er van ieder een evaluatierapport opgesteld.)
Er bestond tussen de Volksvergadering en de dienstdoende abtenarij als het ware een scheiding van bevoegdheden of functies en niet van machten. Het was dus in beide gevallen het Atheense volk dat de soevereine macht in de polis in twee gedaantes uitoefende.
In zo’n structuur was er natuurlijk ook geen sprake van checks and balances die, zoals bij ons, de bevoegdheden vertroebelen. De Volksvergadering controleerde, zoals we zagen, de ambtenaren, maar er was geen orgaan dat de Volksvergadering of later de wetgevende jury’s (de Nomotheten) of de Volksrechtbanken controleerde. Ook de Raad van 500 (Boulè), het beleidsvoorbereidend orgaan dat de wetsvoorstellen voor de Volksvergadering voorbereidde, controleerde geen ander orgaan.
Reactie plaatsen
Reacties